Ingrediënten
Voor de falafel: Meng de kikkererwten met het uitje, de chilipeper, de knoflook en het sap van de citroen tot een gladde pasta. Meng de bloem en het bakpoeder door de kikkererwten. Breng de massa op smaak met de komijn. Als het mengsel nog te nat is, voeg je wat extra bloem toe. Verhit de olie in een grote koekenpan en laat het goed warm worden. Vorm met natte handen platte balletjes van het mengsel ter grootte van een bitterbal. Bak de falafel aan weerszijden goudbruin op een middel hoog vuur. Draai de balletjes voorzichtig om met een spatel.
Voor de pitabroodjes: Meng het water met de gist en de suiker en laat dit even staan. Als het mengsel gaat borrelen is het klaar voor gebruik. Doe de bloem met het zout en het gistmengsel in de kom van je keukenmachine. Kneed er in ongeveer 10 minuten een soepel en elastisch deeg van. Uiteraard kan je het ook met de hand kneden. Besteed hier voldoende tijd aan want hoe soepeler je deeg, des te lekkerder worden je pitabroodjes. Doe het deeg in een met zonnebloemolie ingevette kom en laat het afgedekt ongeveer een uurtje rijzen. Verdeel het deeg daarna in 6 – 8 gelijke bolletjes en laat deze nog eens 10 minuten rijzen onder een natte theedoek. Verwarm de oven voor op 250 graden (boven – en onderwarmte). Of in ieder geval zo heet mogelijk. In de koekenpan bakken kan ook. Rol een bolletje deeg uit ongeveer 1 cm dikte. Wil je dunnere pita’s, houd dan maximaal een 0,5 cm aan. Bak dit pitabroodjes in ongeveer 8 – 10 minuten af in de voorverwarmde oven. Ze zijn klaar als ze lichtbruin kleuren.
Voor de dip: Snijd een kwart van de komkommer. Was de komkommer en verwijder de zaadlijsten in het midden. Rasp de komkommer en bestrooi dit met de zout. Laat de komkommer uitlekken in een vergiet. Voeg de yoghurt en de knoflook en de dille toe. Voeg de uitgelekte komkommer toe en een scheutje olijfolie. Meng het geheel door elkaar.